Tussenstation
Kamp Vught is een radertje in een internationaal netwerk van kampen. Gevangenen komen uit tientallen landen, vooral uit Nederland, maar bijvoorbeeld ook uit: Duitsland, België, Frankrijk, Noorwegen, Suriname, Marokko, Polen of Nederlands-Indië. De route naar Vught is voor al deze mensen anders.
Ook na Kamp Vught verschilt de route hemelsbreed. Sommige Nederlandse gijzelaars kunnen al na een paar maanden een telegram versturen met het bericht: "Ik kom naar huis!" Een enkeling ontsnapt.
Maar andere gevangenen, vaak Joden, wacht na Vught juist een gruwelijke dood. Zo moeten op 6 en 7 juni 1943 bijna 1300 Joodse kinderen, tussen de nul en zestien jaar oud, op transport. Ze worden drie dagen later vrijwel allemaal vermoord in het vernietigingskamp Sobibor in bezet Polen, totaal 3014 mensen; een of beide ouders en de kinderen.