Deze website maakt gebruik van geanonimiseerde cookies om jouw gebruikservaring te optimaliseren en voor de analyse van onze website. Deze cookies kun je niet uitzetten. Bij het tonen en afspelen van YouTube video's worden cookies van derden geplaatst. Deze cookies van derden kun je wel uitzetten. Klik op "Akkoord" als je akkoord gaat met dit gebruik van cookies, klik op "Aanpassen" voor meer informatie en om zelf te bepalen welke cookies deze website plaatst.
Jan Bakker (verzetsnaam Jurgens) is een van de zes districtshoofden van de LO in Amsterdam. De LO-Amsterdam is goed georganiseerd en heeft dankzij die goede organisatie weinig te maken met arrestaties. Op den duur zijn ongeveer driehonderd mannen en vrouwen voor de LO in Amsterdam werkzaam. Medewerkers zijn onder anderen Jan de Ket, oud-collega van Jan Bakker; Rijklof van der Ploeg, een kennis van Jan; Jan Nannings en Ton Sjakes – ook een kennis van Jan.
Wapens
Het blijft binnen de verzetsgroep niet alleen bij het rondbrengen van bonkaarten aan onderduikers. Later gaat de LO-Amsterdam ook zorg dragen voor de benodigde bescheiden om onderduikers zo optimaal mogelijk te kunnen helpen. Naarmate de oorlog vordert stijgt de vraag naar bonkaarten en andere documenten en zijn er steeds meer verzetslieden nodig voor het gewapende verzet; en om onderduikers van bonkaarten, persoonsbewijzen en andere belangrijke documenten te voorzien.
Politiepost
In de nacht van 21 op 22 juli 1944 heeft de verzetsgroep een overval gepland op een politiepost aan de Stadionkade in Amsterdam. Jan de Ket en Jan Nannings hebben zich daartoe verkleed als wehrmachtsoldaten. Oorspronkelijk zouden zeven verzetslieden aan de overval meedoen, maar uiteindelijk zullen vijf verzetsmensen de overval werkelijk uitvoeren. Wat zich ten tijde van de overval heeft afgespeeld, is gebaseerd op naoorlogse verklaringen van politieagenten die tijdens de overval op de politiepost aanwezig waren en die zijn gehoord door de Zuiveringscommissie.
Opgemerkt
Nog voor de verzetsgroep het kantoor binnenvalt, is ze al opgemerkt door een agent. Elk kwartier of half uur wordt de politiepost door een ander bureau gebeld, om te informeren of alles in orde is, zeker omdat veel politieposten worden overvallen. Een agent waarschuwt tijdens een van deze telefoontjes het andere bureau dat er iets aan de hand is. Volgens de agent die het telefoongesprek heeft gevoerd wordt een agent naar buiten gestuurd, die komt wat later terug met vijf mannen die hun handen in de lucht hebben gestoken.
Test
Omdat door de groep geen geweld wordt gebruikt, denkt men te maken te hebben met een in scène gezette overval van de SD. De SD test op deze manier regelmatig de betrouwbaarheid van de agenten. Jan Bakker probeert aan te geven dat zij verzetslieden zijn en verzoekt de agenten hen te laten gaan. Maar gelijktijdig gaat de telefoon op de politiepost en wordt er gemeld dat er een overval heeft plaatsgevonden.
Een NSB-functionaris arriveert, waarmee het lot van de vijf verzetslieden is bezegeld. Allen worden naar het hoofdkwartier van de SD in de Euterpestraat gebracht en later naar het Huis van Bewaring aan de Weteringschans. Van hieruit worden de verzetslieden naar Kamp Vught gebracht, waar allen op 4 augustus 1944 voor het vuurpeloton sterven.
Bron:
- Nationaal Monument Kamp Vught