Steven Bastiaans werkt geruime tijd als adviseur agrarische zaken in Nederlands-Indië. Kort voor de oorlog keert hij naar Nederland terug en gaat hij als leraar aan de Middelbare Koloniale Landbouwschool in Deventer aan de slag. De school staat ook als ‘het Suikerschooltje’ bekend, omdat het onderwijs de eerste jaren vooral toegesneden is geweest op de Indische plantages en de suikerindustrie.

Trouw aan de koningin
Na de Duitse bezetting legt Bastiaans in zijn lessen openlijk en herhaaldelijk de nadruk op de waarde van betrouwbare staatsinstellingen, in Nederlands-Indië, maar ook in Nederland. In de klas getuigt Bastiaans ook van zijn trouw aan de koningin. Een hem vijandige collega probeert Bastiaans bij de Duitsers in diskrediet te brengen, waarna een leerling hem uiteindelijk bij de SD aangeeft. Bastiaans krijgt ontslag. Hij wordt vervolgens als adjunct-conciërge werkzaam op het Koloniaal Landbouwmuseum, dat ook in Deventer is gevestigd en nauw aan de Landbouwschool is gelieerd. Wanneer de schoolgebouwen in 1942 door de Duitsers worden gevorderd, vindt het onderwijs voortaan in het Landbouwmuseum plaats.

Verspreider van Trouw
In de loop van 1943 raakt Bastiaans bij de verspreiding van Trouw betrokken, mogelijk door toedoen van plantkundige Hendrik Uittien, een voormalige collega van de Middelbare Koloniale Landbouwschool. Bastiaans en Uittien worden op 28 januari 1944 opgepakt. Dezelfde dag worden nog drie Overijsselse verspreiders gevat. Het is alles het gevolg van twee arrestaties in Wierden, een dag eerder.

Gevangene in Haaren en Vught
Bastiaans wordt naar het huis van bewaring in Arnhem overgebracht. Begin februari 1944 komt hij in de SD-Polizeigefängnis in Haaren terecht, het voormalige grootseminarie dat de bestemming van alle Trouw-arrestanten is. Eind juli 1944 worden ze naar Kamp Vught vervoerd, waar ze op 5 augustus worden berecht. Alle vierentwintig verspreiders krijgen de doodstraf, ook Bastiaans, hoewel hij als onderverspreider waarschijnlijk nog geen honderd kranten aan de man heeft gebracht. Op de avond van 10 augustus 1944 wordt hij gefusilleerd.

Bronnen:

• Onderzoek en tekst: Peter Bak
• archief E. van Ruller, Historisch Documentatiecentrum voor het Nederlands Protestantisme (1800-heden) van de Vrije Universiteit
• Sterbebuch 1944
• Erelijst van Gevallenen 1940-1945