Deze website maakt gebruik van geanonimiseerde cookies om jouw gebruikservaring te optimaliseren en voor de analyse van onze website. Deze cookies kun je niet uitzetten. Bij het tonen en afspelen van YouTube video's worden cookies van derden geplaatst. Deze cookies van derden kun je wel uitzetten. Klik op "Akkoord" als je akkoord gaat met dit gebruik van cookies, klik op "Aanpassen" voor meer informatie en om zelf te bepalen welke cookies deze website plaatst.
Jacob van Dam woont in Dordrecht, is metaalhandelaar en al meer dan twintig jaar weduwnaar.
Bij Jacob woont een huishoudster in, Lena Marie Eijl. Haar man is in 1933 overleden, uit dit huwelijk heeft zij twee kinderen Eliazer en Esther. Lena Marie heeft haar kinderen voor haar verhuizing naar Dordrecht in Den Haag achtergelaten in het Israëlitisch Weeshuis. Begin maart 1943 vindt er een razzia plaats in dit weeshuis, waarbij alle kinderen en begeleiders worden weggevoerd. Op dat moment zijn de kinderen van Lena Marie echter al wel naar Dordrecht verplaatst.
In Dordrecht gaan allen in onderduik. Jacob, Lena Marie en Eliazer worden ondergebracht bij de familie Dijkstra. Esther gaat in onderduik bij de familie van Gils. Op 25 oktober vinden er veel invallen in huizen in Dordrecht plaats. Bij de familie Dijkstra vinden ze Jacob, Lena Marie en Eliazer.
Esther wordt voordat het huis van Van Gils wordt doorzocht, verplaatst. Helaas slaat Van Gils bij verhoren door en wordt Esther op haar nieuwe onderduikadres gevonden.
Lena Marie en de kinderen worden via de gevangenis in Scheveningen naar Kamp Westerbork gebracht. Op 16 november 1943 worden zij uit Westerbork weggevoerd naar Auschwitz. Op 19 november worden Lena Marie, Eliazer en Esther in Auschwitz om het leven gebracht.
Op 28 oktober komen Dordtse agenten en SD’ers terug bij het huis van Dijkstra voor een huiszoeking. Jacob van Dam heeft verklaard dat Dijkstra een pistool van hem in bewaring heeft. Het pistool wordt gevonden en de familie Dijkstra wordt opgepakt. Vrouw en zoon komen na 12 dagen weer vrij. Chris Dijkstra blijft echter vastzitten. Dijkstra komt in Duitsland terecht en overlijdt daar in april 1945.
Jacob van Dam wordt gevangen gezet in Scheveningen. Daar wordt hij verdacht van communistische sympathieën en het financieren van communistisch verzet. Dit wordt versterkt door de vondst van het pistool en van contant geld en waardepapieren. Dat contant geld is door SD’ers elders in Dordrecht gevonden bij iemand die het voor Jacob in bewaring heeft gehouden. Jacob wordt uiteindelijk via Utrecht naar Kamp Vught gebracht. Hier wordt hij samen met een groep anderen in juli 1944 gefusilleerd.
Bronnen: