Deze website maakt gebruik van geanonimiseerde cookies om jouw gebruikservaring te optimaliseren en voor de analyse van onze website. Deze cookies kun je niet uitzetten. Bij het tonen en afspelen van YouTube video's worden cookies van derden geplaatst. Deze cookies van derden kun je wel uitzetten. Klik op "Akkoord" als je akkoord gaat met dit gebruik van cookies, klik op "Aanpassen" voor meer informatie en om zelf te bepalen welke cookies deze website plaatst.
Voor de oorlog heeft Frits Diederiks een slagerij in Purmerland. Hij woont in de buurt van de Spoorlaan in Purmerland. Hij is getrouwd met Aafje Esselman en vader van drie dochters en een zoon.
Illegaal slachten
In 1942 moet Frits zich melden op het gemeentehuis van Landsmeer. Hij wordt gearresteerd en als clandestiene slachter naar Kamp Amersfoort gebracht. Diederiks maakt deel uit van een clubje illegale slachters in Landsmeer, waar ook Jan van Zon en Cor Roele bij horen. Vanuit Amersfoort volgt in januari transport naar Vught. Op 13 januari 1943 arriveren de eerste gevangenen uit Amersfoort in Vught. Het kamp is dan nog niet voltooid. De kampkeuken is nog niet in gebruik, enige vorm van ziekenverzorging ontbreekt, er is nauwelijks voedsel, het drinkwater wordt niet gezuiverd. In de woonbarakken ontbreekt het glas in de vensters.
Smokkel
Zijn dochter vertelt: Toen ik hoorde, dat mijn vader in Kamp Vught zat ben ik hem gaan zoeken. We mochten niet het terrein op. Via een metselaarsploeg, die aan de barakken werkte, heb ik brood met dik boter, worst en vlees naar binnen weten te smokkelen. Of hij het ooit gekregen heeft weet ik niet. Die dag bij het kamp heb ik afschuwelijke dingen gezien. Mensen die werden afgeranseld omdat ze een peukje opraapten en een jonge man, die hetzelfde lot onderging omdat hij op z’n ouders wilde afrennen, die net als wij bij de poort stonden om een glimp van hun zoon op te vangen.
Kruiwagen
Op 21 januari 1943 overlijdt Frits Diederiks als gevolg van uitputting. Van een teruggekeerde gevangene van Kamp Vught verneemt de familie dat Frits Diederiks in een kruiwagen naar het appèl werd gereden, omdat hij niet meer in staat was zelf te lopen. ‘Flip, moed houden’, riepen medegevangenen hem toe. Het mocht niet baten.
Bron:
- Tiny Kuiper, Gouden oorlogsherinneringen (Landsmeer 1995)