Deze website maakt gebruik van geanonimiseerde cookies om jouw gebruikservaring te optimaliseren en voor de analyse van onze website. Deze cookies kun je niet uitzetten. Bij het tonen en afspelen van YouTube video's worden cookies van derden geplaatst. Deze cookies van derden kun je wel uitzetten. Klik op "Akkoord" als je akkoord gaat met dit gebruik van cookies, klik op "Aanpassen" voor meer informatie en om zelf te bepalen welke cookies deze website plaatst.
Jan wordt op 6 november 1943 samen met Marinus Verhage boven Nederland geparachuteerd. Het is de bedoeling dat het tweetal in Grave landt, maar ze komen terecht in Overasselt aan de andere kant van de Maas. Boeren uit de omgeving helpen met het bergen van het meegenomen materiaal waarna de spullen bij boer Zwartjes worden opgeslagen. Ondertussen heeft een Duits gezinde jachtopziener het tweetal in de door sterren verlichte nacht uit een vliegtuig zien springen. De man gaat op weg naar een collaborerende politieagent en samen komt het tweetal al snel de boerderij van Zwartjes op het spoor.
Nog actief
Jan en Marinus zijn vertrokken naar hun schuiladres bij de familie Beuvink in Escharen. Daar maakt het tweetal contact met twee andere geheim agenten. De jachtopziener en de politieagent vinden bij Zwartjes de uit Engeland meegenomen spullen die precies op dat moment worden opgehaald. Jan weet in de verwarring die volgt te ontsnappen. Hij duikt daarna onder in Zeist en wordt actief in Den Haag en Amsterdam. Vanaf april 1944 tot en met juli 1944 werkt Jan voor de OD, hij seint naar Londen dat zijn collega’s in handen van de Duitsers gevallen zijn.
Op 12 juli 1944 wordt Jan in Amsterdam uitgepeild door de Duitsers en wordt hij gearresteerd. Na zijn arrestatie wordt Jan naar Kamp Vught gebracht waar hij op 5 september 1944 door de Duitsers wordt gefusilleerd.
Bronnen:
- Sterbebuch 1944
- Erelijst van gevallenen 1940-1945
- Oorlogsgravenstichting
- De Bezetter Bespied, Frank Visser, 1983
- De Nederlandse Geheime Diensten in WOII