Deze website maakt gebruik van geanonimiseerde cookies om jouw gebruikservaring te optimaliseren en voor de analyse van onze website. Deze cookies kun je niet uitzetten. Bij het tonen en afspelen van YouTube video's worden cookies van derden geplaatst. Deze cookies van derden kun je wel uitzetten. Klik op "Akkoord" als je akkoord gaat met dit gebruik van cookies, klik op "Aanpassen" voor meer informatie en om zelf te bepalen welke cookies deze website plaatst.
Bij het uitbreken van de oorlog woont Willem Marie van Ede van der Pals in Den Haag in de Charlotte de Bourbonstraat nummer 205. Willem is makelaar in onroerend goed en verzekeringen. Hij is gehuwd met Anna Maria Bandsma, uit dit huwelijk is één kind geboren. Willem had al kinderen uit eerdere huwelijken. Al snel biedt Willem hulp aan vervolgde families. Hij begeleidt ze naar onderduikadressen en zorgt voor de nodige papieren. Op 23 november 1942 wordt Willem opgepakt op het station van Putten, hij was onderweg voor of met de joodse familie Katan. Of deze familie daar op dat moment ook bij was, is niet bekend.
Klompen
Willem zit enkele weken in de gevangenis in Amsterdam, daarna vermoedelijk in Kamp Amersfoort. Op 1 februari 1943 wordt hij in Kamp Vught ingeschreven als gevangene 3301. Het dragen van klompen is Willem niet gewend. Hij heeft hoge wreven waardoor hij wonden aan zijn voeten oploopt. Alle gevangenen moeten hard werken aan de bouw van het kamp. Op 9 maart schrijft Willem een officiële brief naar huis, hij is dan ondergebracht in barak 5B. De brief is maar half vol geschreven, Willem verzoekt zijn vrouw dringend hem elke week een pakket te zenden met suiker, jam, kaas, beschuit, roggebrood of ander brood. Hij geeft aan te hopen spoedig een pakket te ontvangen, vermoedelijk gaat het dan al niet echt goed met Willem. Op 4 en 5 maart ondergaat hij in de Krankenbau een onderzoek vanwege verwondingen. Medische voorzieningen zijn er op dat moment nauwelijks of niet in kamp Vught, een goede verzorging zal Willem niet gekregen hebben. Hij heeft dringend behoefte aan meer en betere voeding die hij van zijn vrouw hoopt te ontvangen.
Brieven en pakketten
Op 30 maart 1943 schrijft Willem weer een brief, die ook voor het grootste deel in het teken staat van eten en pakketten. Hij is overgeplaatst naar barak 18. Van de drie pakketten die hij inmiddels heeft ontvangen, heeft hij gesmuld, zo schrijft Willem. En ook, of zijn vrouw aan anderen kan vragen pakketten met extra voeding te sturen als dat financieel geen bezwaar is. Liefst gekookte bruine bonen, gekookte capucijners en grove gort met suiker.
Een derde brief schrijft Willem op 18 april 1943 vanuit barak 15B. Zijn handschrift is bibberig en soms is nauwelijks leesbaar wat hij schrijft. Willem geeft aan drie lieve brieven en zes belangrijke pakketten te hebben ontvangen en dat hij het goed maakt. Ook deze brief is niet helemaal vol geschreven, hij hoopt zijn vrouw en kind spoedig weer te zien en aan alles komt een einde.
Ziek
Willem herstelt niet van zijn verwondingen en ontstekingen. Nog geen week na het schrijven van zijn laatste brief overlijdt hij, op 23 april 1943 om half vier in de middag.
Op 27 april 1943 krijgt Anna schriftelijk bericht van het overlijden van haar man. Na een maand worden de eigendommen van Willem teruggestuurd. Ook wordt ze bezocht door een vrijgelaten gevangene, die haar vertelt over de moeilijke laatste weken van Willem.
Het is nu Anna’s taak alleen voor hun dan achtjarige kind te zorgen.
In november 1946 krijgt Anna, inmiddels verhuisd naar de Vlietstraat nummer 47 in Den Haag, een condoleancebrief van Koningin Wilhelmina.
Bron:
- Erelijst van gevallenen 1940-1945
- Familie Van Ede van der Pals