Marten is voor de oorlog Luitenant ter Zee Vlieger bij de Marine. Tijdens de oorlog werkt Marten voor Philips in Eindhoven. Ook is bekend dat Marten is getrouwd en samen met zijn vrouw twee kinderen heeft. Marten woont tijdens de oorlog in de omgeving van Eindhoven en is zeer actief binnen het verzet, waar hij bekend staat onder zijn schuilnamen Tante Mies en Siem.

Twee mogelijkheden
Marten wordt op 19 mei 1944 door de Duitsers in Eindhoven gearresteerd. Hoe de Duitsers hem op het spoor komen is niet duidelijk. Hij zou in contact hebben gestaan met een marconist die in Nederland is gedropt en vlak na zijn dropping bij een persoonsbewijzencontrole zou zijn opgepakt. Het vermoeden bestaat dat deze marconist tijdens de verhoren is doorgeslagen. Het zou ook kunnen dat een verzetsman die tijdens de oorlog in Spanje gevangen zit een brief schrijft naar verzetslieden in Nederland en daarin de echte naam van Marten noemt. Deze brief is door de Spaanse Militaire Geheime Dienst onderschept en door het pro-Duitse regime van Franco aan de Duitse ambassadeur in Madrid doorgegeven.

Ruilen
Twee mogelijkheden dus voor de bezetter om achter de identiteit van Marten te komen. Op 19 mei 1944 wordt Marten door de Duitsers gearresteerd op zijn werkplek bij Philips in Eindhoven. Daarop wordt hij overgebracht naar Haaren. Er is nog geprobeerd Marten te ruilen voor een gevangen genomen SD’er, en het verzet biedt Fl. 50.000 voor zijn vrijheid. Marten is voor het verzet een belangrijke verbindingsman met Londen en zorgt voor overhandiging van geld aan het verzet. De Duitsers hebben echter zulke duidelijke bewijzen tegen Marten dat ze hem niet vrijlaten. Marten wordt in Haaren veroordeeld en rond 5 september naar Vught gebracht. Volgens de officiële Duitse documenten wordt Marten op 5 september 1944 door de Duitsers bij Kamp Vught gefusilleerd. Andere bronnen verklaren dat Marten op 7 september 1944 is gefusilleerd.

Bronnen:

• Sterbebuch 1944
• Erelijst van gevallenen 1940-1945
• De Geheime Dienst Nederland, blz. 41/71/237