Hijlke wordt in mei 1940 onder de wapens geroepen en komt na zijn acties tijdens de meidagen van 1940 in aanmerking voor een onderscheiding. Hij weigert zijn onderscheiding met de woorden dat hij slechts zijn plicht heeft vervuld. Na de capitulatie worden Hijlke en zijn vriend Wim Homoet opgeleid tot marechaussee, zij worden gestationeerd in Bedum.

Weigering
In het najaar van 1942 weigeren Hijlke en Wim het enige joodse echtpaar in Bedum te arresteren. In plaats daarvan waarschuwen zij Jozef en Regina Meijer voor de op  handen zijnde arrestatie, zodat ze de tijd hebben om weg te gaan. Hijlke en Wim moeten daardoor zelf ook onderduiken, en komen terecht op een boerderij in Adorp.

Verzetswerk
Via de bewoner raken Hijlke en Wim betrokken bij het verzet. Eerst verrichten ze spionage activiteiten, later worden ze ingeschakeld bij het gewapend verzet en nemen ze deel aan overvallen op distributiekantoren en bevrijdingsacties van opgepakte verzetsvrienden.

Val
De verzetsgroep wordt verraden door een koerierster die voor de SD is gaan werken. Er wordt een val opgezet, waarbij op 27 juli 1944 ook Hijlke en Wim worden gearresteerd. Via een vuurgevecht proberen ze nog te ontkomen, Hijlke raakt daarbij zwaar gewond. Wim geeft zich pas over als zijn munitie op is. Afzonderlijk worden ze naar Kamp Vught gebracht en komen terecht in de bunker. Hijlke wordt op 5 september 1944 bij kamp Vught gefusilleerd. Zijn verwondingen zijn zodanig dat hij niet met de overige gevangenen naar Duitsland kan worden getransporteerd.
Wim Homoet komt eind februari 1945 in Bergen-Belsen om het leven. Ook Jozef en Regina Meijer overleven de oorlog niet, ondanks de goede zorgen in de verschillende onderduikadressen. Meer hierover kunt u lezen op de website van Jodenvervolging Bedum.

Bronnen:

• Erelijst van gevallenen 1940-1945
• De Zwerver, 1947, nummer 16
• Het Grote Gebod : Gedenkboek van het verzet in LO en LKP.
• Kampen : Kok, 1979. Derde ongewijzigde druk. Twee delen.
• Met dank aan de heer H.A. Meijer