Deze website maakt gebruik van geanonimiseerde cookies om jouw gebruikservaring te optimaliseren en voor de analyse van onze website. Deze cookies kun je niet uitzetten. Bij het tonen en afspelen van YouTube video's worden cookies van derden geplaatst. Deze cookies van derden kun je wel uitzetten. Klik op "Akkoord" als je akkoord gaat met dit gebruik van cookies, klik op "Aanpassen" voor meer informatie en om zelf te bepalen welke cookies deze website plaatst.
Jan is van beroep onderwijzer, hij geeft les in Alphen aan den Rijn. Tijdens de oorlog raakt Jan betrokken bij de LO in Alphen aan den Rijn, hij neemt zelf ook onderduikers in huis op. Eén van deze onderduikers kan echter niet goed zijn mond houden en praat over het doen en laten van Jan. Jan wordt nog door de districtleider van de LO gewaarschuwd maar het is dan al te laat. Jan wordt op school door de SD aangehouden, ook de districtleider van de LO wordt op school aangehouden, maar die weet te ontsnappen. Jan wordt vervolgens naar Kamp Vught gebracht en daar op 30 augustus 1944 door de Duitsers gefusilleerd.
Achterkleinzoon
Een achterkleinzoon van de broer van Jan Willem brengt in het voorjaar van 2010 met school een bezoek aan het Nationaal Monument Kamp Vught. Het brengt de familiegeschiedenis heel dichtbij. Na afloop van de rondleiding maakt de 14-jarige Joost het volgende gedicht:
Kamp Vught
Een kamp vol herinneringen
Onrechtvaardigheid, woede,
alles is niet meer.
Bedden als kruiwagens gevuld met takken.
Eten zo schaars als in een woestijn.
De laatste wandeling, de laatste bossen.
De laatste heuvels op, de laatste mossen.
De weg naar de dood eindigt in een open plek,
waar de geesten van de overledenen jammeren.
Pijn dat er geen gerechtigheid is, pijn dat alles voor niets was.
Daar sta je dan, voor de tanden van de dood.
Nooit meer terug.
Woede en verdriet heersen hier.
De wereld is kopje onder.
De laatste adem, de allerlaatste groet.
Joost Mein
Bronnen:
- Sterbebuch 1944
- Erelijst van gevallenen 1940-1945