Deze website maakt gebruik van geanonimiseerde cookies om jouw gebruikservaring te optimaliseren en voor de analyse van onze website. Deze cookies kun je niet uitzetten. Bij het tonen en afspelen van YouTube video's worden cookies van derden geplaatst. Deze cookies van derden kun je wel uitzetten. Klik op "Akkoord" als je akkoord gaat met dit gebruik van cookies, klik op "Aanpassen" voor meer informatie en om zelf te bepalen welke cookies deze website plaatst.
Nog vóór de oorlog, in 1938 of 1939, verhuist Isidoor Huijkman met zijn vrouw en kinderen naar Amsterdam. Zij gaan wonen aan de Joost Bankersweg 21, twee hoog. Isidoor werkt op het kantoor van de Amsterdamse Brandstof Maatschappij.
Martin van Bremen
Isidoor Huijkman is joods, zijn vrouw niet. Op Duits bevel moeten alle joden een ster van gele stof op jassen en kleding naaien, zodat ze herkend kunnen worden. Isidoor besluit dat niet te doen. Hij gaat verder door het leven als “Martin van Bremen”, een minder joods klinkende naam. Het is de naam van een inmiddels overleden oom.
Verzet
Isidoor sluit zich aan bij verzetsactiviteiten van de Knokploegen van Fritz Conijn en Jos de Groot. Hij doet onder meer mee aan een overval op het distributiekantoor in Amstelveen. Niet het minst gevaarlijke werk. Zijn vrouw doet mee als koerierster. De kinderen Huijkman krijgen er een heleboel “ooms en tantes” bij, die vaak op bezoek komen.
Plant
Als gevolg van een andere arrestatie wordt Isidoor thuis opgepakt op 1 september 1944. Veertien dagen lang zit de SD op wacht in de Joost Bankersweg; in de veronderstelling dat daar veel mede-verzetsstrijders kunnen worden gearresteerd. Dat zou ook het geval zijn geweest als de vrouw van Isidoor niet de plant voor het raam had gezet! Een van tevoren afgesproken signaal, een waarschuwing voor gevaar. Als de SD na twee weken weg gaat duikt het gezin van Isidoor voor alle zekerheid onder in Rotterdam tot het einde van de oorlog.
Dolle Dinsdag
Vanuit de Weteringschans in Amsterdam wordt Isidoor overgebracht naar Kamp Vught. Daar zijn de gevangenen in de veronderstelling dat het einde van de oorlog nadert. Het kanongebulder van de geallieerden is in het kamp goed te horen. Op 5 september 1944 – Dolle Dinsdag – en op 6 september wordt in allerijl het kamp ontruimd. De gevangenen gaan op transport naar Sachsenhausen en Ravensbrück in Duitsland – ten noorden van Berlijn. Niet alle gevangenen worden op transport gesteld. Op 5 en 6 september worden eenenzeventig mannen omgebracht op de fusilladeplaats nabij het Kamp Vught. Onder hen ook Isidoor Huijkman en Fritz Conijn.
Leeg
Als de oorlog is afgelopen gaan de vrouw en drie kinderen van Isidoor terug naar Amsterdam. Daar treffen zij hun huis geheel leeggeplunderd aan, en moeten zonder man en vader opnieuw beginnen.
Bronnen:
- Familie Huijkman
- NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies