Teunis van Maanen woont tijdens de oorlog met zijn vrouw en zeven kinderen in Vierhouten. Zij wonen op een kleine boerderij die samen met een naburig zomerhuisje in het bezit is van de familie Drost. Teunis is tijdens de oorlog ook werkzaam voor de Luchtbeschermingsdienst. Hij controleert iedere avond of iedereen zijn huis wel goed verduisterd heeft.

Pensiongasten
In 1942 nemen Teunis en zijn vrouw acht Joden op. Ze worden in het zomerhuisje verborgen en aan de kinderen wordt verteld dat dit de nieuwe pensiongasten zijn. Als de familie Drost naar het zomerhuisje komt, trekken de onderduikers bij de familie Van Maanen in. Zij staan dan hun bedden af en slapen zelf op stro. Op een mooie zondag in oktober 1942 loopt er enkele malen een politieagent langs, kort daarna vindt er een inval plaats. Teunis probeert nog te ontsnappen maar wordt naar de gevangenis in Arnhem afgevoerd om daar verhoord te worden. De acht ondergedoken Joden worden direct naar concentratiekampen in Duitsland gebracht. Slechts twee van hen zouden de oorlog hebben overleefd, zij worden later nog in Vierhouten gezien.

Hartaanval
Teunis krijgt van de bezetter een gevangenisstraf van een half jaar opgelegd wegens hulp aan Joden. Zijn familie krijgt in april een brief dat hij na Pasen vrij zal komen. Op Goede Vrijdag komt de dominee echter langs om mee te delen dat Teunis is overleden. Hij zou tijdens zijn slaap een hartaanval hebben gehad.

Bronnen:

• Sterbebuch 1943
• Erelijst van gevallenen 1940-1945
• Archief Hetty Voûte
• Onderduikers op de Veluwe, blz. 186-187
• Familie Van Maanen