Sjef Swolfs wordt tijdens de oorlog benaderd om lid te worden van een communistische sabotageploeg in de Zaanstreek. Sjef en een van de leiders van de groep, Gerard, kennen elkaar omdat ze samen in een munitiefabriek hebben gewerkt. Zo komt Sjef in het verzet terecht. Sjef komt uit een arm gezin, zijn vader was ambtenaar en moet van een karig loon zien rond te komen. Op veertienjarige leeftijd gaat Sjef bij een slager in dienst en later ontmoet Sjef Gerard, zoals gezegd in de munitiefabriek. Sjef besluit op zijn achttiende lid te worden van de CPN en blijft ook tijdens de oorlog lid, hoewel dit strafbaar is. Sjef kan als kleine jongen al slecht tegen onrecht en dat is nooit veranderd. Op de lagere school neemt Sjef het al op voor kinderen die onterecht gestraft worden. De stap naar het verzet is voor Sjef dan ook een logische stap.

Verraad
Na verraad wordt een groot deel van de verzetsgroep door de SD opgepakt. Sjef wordt op tijd gewaarschuwd en duikt onder. Later verschijnt er iemand bij Sjef thuis die vertelt dat hij werk voor Sjef heeft. Sjef wordt op het politiebureau, in het bijzijn van zijn vrouw opgepakt. Hij komt via het Oranjehotel in Vught terecht en wordt daar op 25 juli 1944 door de Duitsers gefusilleerd.

Bronnen:

• Sterbebuch 1944
• Ter dood veroordeeld, blz. 5 t/m 312
• Foto: privé collectie