Arie Jan Jacob Zegers werkt en woont vóór en tijdens de oorlog in Rotterdam als klerk op het gemeentehuis. Arie is niet gehuwd en woont aan de Blommersdijkselaan nummer 16b. Arie helpt vermoedelijk door de Duitsers gezochte personen aan valse persoonsbewijzen. Hij wordt door de Duitsers gearresteerd wegens joden begunstiging. Arie houdt zich daarnaast ook bezig met het verstrekken van bonkaarten waarmee men levensmiddelen kan kopen.

Broers
Arie wordt op 8 augustus 1944 gearresteerd. Zijn jongere broer Marinus ook. Op het politiebureau in Rotterdam zitten ze tegenover elkaar in de cel. Marinus is gearresteerd omdat hij onderduikers heeft geholpen. Hij wordt naar Neuengamme gestuurd, waar hij overlijdt op 3 februari 1945. Arie Zegers zit eerst enige tijd gevangen in het Haagse Veer te Rotterdam. Daarna wordt hij naar Kamp Vught gestuurd. Op 30 augustus 1944 wordt Arie Zegers door de Duitsers in Vught gefusilleerd, hij is dan 36 jaar oud.

Bezittingen
Naast dit korte levensverhaal is van Arie Zegers ook bekend welke zaken hij bij zijn arrestatie bezit. Zoals:

• Achthonderd elf gulden en drie en twintig en een halve cent
• Papieren, vermoedelijk identificatie papieren zoals een persoonsbewijs
• Een portret
• Vulpen
• Vulpotlood
• Een schaartje in een etui
• Drie sleutels
• Een horloge
• Een spiegeltje
• Twee gouden ringen
• Een gouden dasspeld
• Manchetknopen

Als Arie van het politiebureau naar het Haagse Veer wordt overgeplaatst krijgt hij vermoedelijk zijn eigendommen terug. Wanneer hij bij het Haagse Veer of in Vught aankomt moet hij al zijn spullen weer inleveren.

Onderscheiding
In 2021 wordt postuum de Yad Vashem-onderscheiding ‘Rechtvaardigen onder de Volkeren’ aan Arie Zegers toegekend.

Bronnen:

• Sterbebuch 1944
• Erelijst van gevallenen 1940-1945
• Familie Zegers